Een verslag van de aanloop naar en de reis door West-Canada

donderdag 23 september 2010

Over donderdag 23 september 2010

Donderdag, 23 september


Vandaag blijven we nog in Jasper, wat trouwens een heel gezellig klein plaatsje is ondanks het wat meewarige commentaar in de reisgidsen. Er is een hoofdstraat met heel veel kleine leuke winkeljes en restaurantjes.


We halen een vers stokbrood voor de lunch. Boter, kaas en ham hebben we nog en het blijft in de achterbak allemaal redelijk goed in de geleende handige koeltasjes. Het zijn behoorlijke zoetekauwen hier, je wordt overspoeld met bananen- en blauwe bessenbroodjes en aan roombroodjes, donuts in alle smaken en koolhydratenbommen van grove granen met honing en noten ook geen gebrek. Ze kijken je dan ook wat bevreemd aan als je alleen met een droog stokbrood bij de kassa staat.

Voor vandaag hebben we een boottocht op het Maligne Lake staan, 44 km van Jasper. Van tevoren weten we al dat het te veel dollars gaat kosten voor het gebodene, maar soms moet een mens niet te veel nadenken en zich gewoon als toerist gedragen.
Het meer is beroemd sinds ene Mary Schäffer in 1908 in een bootje over het meer voer en tegen iedereen riep dat het fantastisch was. En daar is natuurlijk Spirit Island, het meest gefotografeerde groepje bomen van West-Canada. Het eiland, eigenlijk piepklein schiereilandje, is alleen per boot te bereiken.
We schepen in met een groep Duitsers. Gelukkig laat hun reisleider het aan de gids over om het een ander over Maligne Lake te vertellen. De grootste diepte is 97 m, het wordt gevoed door de gletsjers van de de bergen Leah Peak, Samson Peak en Mount Paul aan de linkerkant en Mount Charlton, Mount Unwin, Mount Mary Vaux en Llysfran Peak aan de rechterkant. Maligne Lake ontstond nadat een grote aardverschuiving een natuurlijke dam creëerde in de vallei. De dam voorkwam dat smeltwater van de gletsjers weg kon stromen.
De dichte bebossing rondom het meer is min of meer een probleem. Er komt te weinig licht en lucht op de grond en daardoor groeit er maar weinig voedsel voor de wilde dieren. De weinige open plekken worden dan ook zorgvuldig beheerd. Bovendien staan de dennen en sparren elkaar ook in de weg; jonge boompjes krijgen weinig kans om te groeien. 

We gaan met een aardig vaartje over het meer, bekijken de bergen rondom en stoppen bij Spirit Island waar we even de benen mogen strekken. In onze ogen is het echt volkomen belachelijk dat dit groepje onooglijke bomen zo beroemd is, hoewel de omgeving prachtig is. 
Na Maligne Lake eten we ons stokbroodje op en gaan de weg terug richting Jasper. Nu nemen we de tijd om even een stop bij verschillende uitkijkpunten te maken.
De Athabasca river vertoont veel droge plekken, je kunt er wadlopen. De naar goud verkleurde bomen langs de oever maken het toch tot een levendig geheel.

We gaan naar de eveneens bekende meren Le Beauvert, Mildred, Annette en Edith. Al deze meren liggen vlakbij Jasper. 
We beginnen bij Le Beauvert, een heel groot meer met een golfresort. De baan ligt er mooi bij. In Canada is er geen mens die met een golftaskarretje loopt, laat staan met een golftas over de schouder. Alles wordt met van die elektrische karretjes gedaan. Op die manier kun je golfen tot je 102de...  
De omgeving is werkelijk prachtig, met heel veel snelle eekhoorntjes en vooral veel rust, ondanks de golfbaan. Maar alles is zo weids opgezet dat mensen totaal in het niet vallen.
In het meer zwemmen heel veel Canadese ganzen die niet schrikken van een paar wandelaars.

We rijden langs Mildred Lake en het een stukje verderop gelegen Lake Annette. Tenslotte is er nog Lake Edith, heel mooi stil en sereen. Even een foto gemaakt.

Hierna keren we terug naar het hotel. Ik ga aan de weblog werken en René kijkt in onze presidentiële suite naar honkballen op een excellente LG tv met gigantisch Full HD scherm .
En we moeten natuurlijk ook nog in de Jacuzzi!

Over woensdag 22 september

Woensdag, 22 september
Vandaag vertrekken we uit Banff en gaan naar Jasper over de Icefields Parkway, ca. 280 km.
De Icefields Parkway is wereldberoemd door het landschap waar de weg doorheen loopt. Ongeveer 230 km onbewoond gebied, met maar op 2 plaatsen de mogelijkheid om te eten of koffie te drinken en 1 benzinestation op de hele route.
Ook hier worden weer allerlei ontmoetingen met wildlife, zoals karbouwen, berggeiten, beren enz. beloofd. Maar we geloven er niet meer zo in. Tot nu toe hebben we alleen herten, een coyote en allerlei soorten eekhoorns gezien. De beren zie je waarschijnlijk alleen als je een van de lange wandelroutes neemt. Je moet dan vaak in groepjes van minimaal 4 personen op pad gaan vanwege de veiligheid.  Zulke hikers zijn we niet, een pad van een kilometertje of 3 (je moet ook weer terug) is ons al mooi genoeg, temeer omdat het vaak met behoorlijk klimmen gepaard gaat. En we hebben aan een opgezette beer onderweg gezien hoe groot die beesten zijn, dus een ontmoeting is wel leuk, maar dan vooral vanuit de auto denken wij.

Na het ontbijt in Brewster Mountain Lodge zitten we tegen half 10 op de weg. De temperatuur is precies 0 graden met bewolking, maar als we het weerbericht mogen geloven is het in Jasper 13 graden met volop zon.

Al snel na het begin van de Icefields Parkway krijgen we hoge bergen in zicht. Eerst hangen er nog wolken, zodat we niet meteen de grootsheid ervan kunnen zien, maar de zon komt heel snel door en na een kwartiertje is de hemel intens blauw en wolkeloos. Dat is geweldig, want als je de Icefields Parkway moet rijden met laaghangende bewolking mis je alles.  We maken meteen al verschillende stops vanwege de fantastische uitzichten. Dat wordt overwerk voor onze fotocamera’s!


                                                                                  
                                                                                             
Na 34 km komen we bij Crawfoot Glacier. Ooit was hier in de vorm van de berg de poot van een kraai te zien, maar de afgelopen 100 jaar heeft erosie ervoor gezorgd dat het nauwelijks nog herkenbaar is. Maar het uitzicht op de berg is evengoed geweldig.

De volgende stop is Bow Summit-Peyto Lake Lookout op 2069 m. Bill Peyto was een van de eerste gidsen in dit gebied. Er gaat een pad omhoog, maar het staat in de reisgidsen onder ‘niet te missen’, dus we beginnen vol goede moed. De dennen zijn hier nog met sneeuw bedekt en het pad is zo nu en dan behoorlijk glibberig. We zijn blij dat we onze stevige wandelschoenen hebben aangedaan. Er springen hier ook weer eekhoorntjes rond met hun sierlijke golfende bewegingen. Na bijna een halfuur bereiken we de Peyto Lake Lookout en we zijn sprakeloos van bewondering. Het uitzicht is weids met bergen aan de rand en in de diepte een schitterend blauw/groen meer.


We gaan weer verder en maken de nodige stops voor grandioze  uitzichten. Je kunt hier wel elke 100 meter stoppen, maar de bedoeling is dat we vandaag in Jasper arriveren, dus proberen we toch een beetje door te rijden al is het moeilijk. 

Bij de Sunwapta Pass gaat het Banff National Park over in het Jasper National Park. Op dit punt komen de North Saskatchewan River en de Sunwapta River bij elkaar wat nogal wat spektakel oplevert. Ook hier steile paadjes, over veel boomwortels maar we worden steeds handiger.

We gaan weer verder en rijden langs de Weeping Wall. De steile zandstenen bergwand huilt inderdaad. Het smeltwater van de berg glijdt als het ware naar beneden, niet als watervallen, maar als stroompjes. We praten op de parkeerplaats even met een bejaarde dame. Ze is Nederlandse, maar woont al jaren in Calgary. Zij en haar man komen hier vaak om te schilderen.

We komen aan bij Athabasca waar het Icefield Centre staat. Vanuit dit centrum kun je met bussen de gletsjer op. Wij stellen ons tevreden met een plaatsje op de parkeerplaats en genieten van het uitzicht op de gletsjer. Er is een looppad, maar door de verrekijker zien we hoe mensen zich omhoog worstelen en steeds stil staan om op adem te komen. Met de zoom op onze camera’s komen we ook lekker dichtbij…

Opmerkelijk is dat de gletsjer zich sinds 1870 met 1,6 km heeft teruggetrokken door onder meer het broeikaseffect.
We maken de volgende stop bij Sunwapta falls. Een mooie waterval die eindigt in een diepe kloof. Sunwapta betekent ‘ruisende rivier’, een naam gegeven door de vroeger hier wonende indianen.
Ook de Athabasca Falls zijn de moeite van de wandeling waard. Verschillende bruggetjes en paadjes geven uitzicht op het water dat door een nauwe doorgang dendert.

Uiteindelijk komen we toch wel moe van al die indrukken iets over half 6 aan bij hotel Chateau Jasper. Er wacht ons weer eens een verrassing. Op onze voucher staat ‘standard room’, maar als we voor kamer 129 staan staat daar ‘presidential room’. Een beetje lacherig openen we de deur. De kamer heeft een enorm bed en een bankstel. De badkamer is heel groot met een jacuzzibad en een aparte douche. Hier houden we het zeker de komende 2 nachten uit!